Andalusië per fiets 2005
Brief aan Raúl González
Voor het laatst bijgewerkt op
7-08-2005
|
Home
Inleiding
Trajectgegevens
|
Dinsdag 7 juni 2005 Alhaurin la
Torre - El Burgo
Henny's dagmerrie
Raúl, ik sta nu in Coín op de plek waar de A355 afbuigt
naar Marbella en wij zo meteen onze weg vervolgen over de A366. We staan
daar aan de rechterkant, bij een bushaltestandplaats en een openbaar toilet.
Misschien weet je waar ik bedoel. Vandaar uit wil ik nog één
keer achterom kijken naar vanochtend, mijn zwartste bladzijde van de hele
vakantie.
Goed, even terug naar de camping. Bij het vullen van mijn bidons bij het
toiletgebouw, zie ik,wanneer ik terugloop, nog net een glimp van mijn handdoek
die daar nog aan het enige te vinden haakje bij een wastafel hangt. Mooi
meegenomen, denk ik blij. Later al een eind op weg naar Alhaurin el Grande
besef ik ineens dat ik Henk z'n Opinel-mes - zijn lievelingsmes - bij de
wasbak heb laten liggen. Balen dus en beter nog maar even voor me houden.
Langs de weg naar Alhaurin el Grande is geen vluchtstrook en de vangrail staat
strak tegen de weg aan geklemd. Geen enkele mogelijkheid om uit te wijken.
Er rijden veel zware grindauto's, maar na een poosje krijg ik door dat ze ons
alleen maar tegemoet komen. Waarschijnlijk rijden ze een rondje, waarbij ze
ergens onderweg hun vracht laden en daarna weer lossen. Dat geeft al weer wat
meer lucht, maar het blijft een gevaarlijke weg, omdat ons veel kleine vrachtwagentjes
achterop komen, die hun verswaren waarschijnlijk naar de winkels in Alhaurin
en Coin afleveren.
Bij het binnenrijden in Alhaurin el Grande komen we op een drukke rotonde.
We stoppen even om te controleren welke kant we op moeten; links af en het
stijgt daar erg heftig, zodat auto's ons er niet weer tussen laten, omdat ze
liever niet achter ons willen rijden. Er is geen ruimte om te passeren, langs
de weg staan allemaal geparkeerde auto's. Het lukt Henk uiteindelijk en met
moeite stap ik ook op de fiets, maar wordt er direct weer af gedwongen, omdat
een vrouw zonder op of om te kijken uit een parkeerhaven rijdt. Mijn vertaalde
verwensing komt neer op: "Spaanse vrouwen achter het stuur" (ik hoef
hierop geen mannelijk commentaar - kop de bal maar in een ander doel). Ik vervolg
mijn weg lopend, de fiets duwend over trottoir, wat bijna geen doen is, omdat
het zo steil is. Henk staat een eindje verderop te wachten en begroet me met
de niet direct opbeurende tekst: "Waar blijf je nou!" Dit brengt
bij mij een spontane 'ventilatie' teweeg. Goed, verder maar weer.
Er is even een 'gat' in het verkeer en ik stap weer op. Henk blijft nu achter
mij. Mijn adrenaline schiet direct al weer omhoog, zonder dat het me kracht
geeft; als ik in mijn spiegeltje zie dat er een kiepauto achter ons achterop
rijdt. Vlak achter ons schakelt hij knarsend terug. Van angst kan ik alleen
nog maar oppervlakkig ademhalen, de beenspieren verkrampen en al trillend rijd
ik even verderop door een gat in het hek naar een bouwplaats. Bij de kiepauto
achter ons is de motor afgeslagen en het verkeer ligt stil. Met veel moeite
komt hij weer op gang de helling van 12%. Wanneer ik weer wat kalmer geworden
ben, lopen we over de bouwplaats, waar we aan de andere kant er weer af kunnen;
daar is het inmiddels wat minder steil.
En dit zijn jouw woorden Raúl: " ... soms is er maar één
positief punt: dat je de ervaring heelhuids hebt overleeft". Relativerende
nuchtere conclusie, waar ik om moet lachen; je hebt gelijk.
Na Alhaurin el Grande wordt het wat rustiger, maar nog steeds geen vluchtstrook.
Zo en dan nu nog even een blik vooruit: Als je bedenkt, dat ik dit stuk van
de route als het meest vervelende ervaren heb, en dan gaat het over een afstand
van zo'n twintig kilometer, dan is het in verhouding eigenlijk te verwaarlozen.
Toch noem ik dit uitgebreid, zodat degenen die na ons komen, hier op bedacht
zijn en extra alert kunnen zijn. Aan het eind van deze pagina zal ik adviseren,
hoe wij proberen een dergelijk traject te overbruggen.
Na Coín is de weg prima, nu wel een vluchtstrook en erg weinig verkeer.
De omgeving wordt steeds mooier. De bergen in de verte komen snel dichterbij.
We moeten klimmen, niet al te zwaar, wel soms kilometers achter elkaar. 
Het grafiekje in jouw boek geeft nog iets 'spannends' aan, we hebben nog een
beste klim voor de boeg naar de Pto di Abejas. Eerst dus maar even wat koolhydraten
stapelen en dat doen we in het plaatsje Alozaina. Henk haalt lekkere broodjes
en bananen en kersen op de markt. Ik kijk intussen vanaf een mooi uitzichtspunt
naar een vrachtauto, die stilstaat tegen de berg en daar zo het lijkt niet
weg kan komen. Het is in de richting die wij straks uit moeten, maar die weg
....... nee, dat zullen wij niet langs moeten.
Wel dus, blijkt even later; ze zijn er met de weg bezig, maar hebben nog wel
even de tijd voor verwondering voor wat er voorbij komt en daarna aanmoedigingen.
Het is een plezierige klim, met alweer veel afleiding door de schitterende
omgeving. Over de pas begint het hard te waaien, zodat we bij de afdaling behoorlijk
in de
remmen moeten om de fiets in bedwang te kunnen houden. Gelukkig is het hoofdzakelijk
rugwind. Henk ervaart vlak voor El Burgo hoe het is om daar tegenin te fietsen;
hij rijdt even terug voor een foto van het mooie witte stadje El Burgo en komt
er amper tegen in. We vinden het door jou geadviseerde hostal Sierra de las
Nieves, waar 'opa' ons opvangt, ons 's avonds verwent met de meest heerlijke
olijven, die we in de vakantie hebben gehad. Even later denken we dat hij dat
niet had mogen doen, want zijn pittige dochter gaat heftig tegen hem tekeer.
Ook kleindochter wordt later om boodschap gestuurd en zoon smeert hem. 'Oma'
stoort zich niet aan het kabaal om zich heen. Oma maakt groente schoon en gaat
over de rekening. We eten er heerlijk en genieten van de huiselijke taferelen
om ons heen.
Oh, we zijn aan het eind van de middag ook nog even in het plaatsje naar
boven gewandeld. Wat steil zeg. Helemaal bovenaan is een kerkplein, waar
de visboer zijn waar kwam verkopen. Hoe kon hij daar komen met z'n
auto, vroegen we ons af. Nadat we weer afgezakt waren, hebben we aceitunas
met cerveza weggespoeld bij bar El Porra. Ook daar zie je veel van 'de
dingen van de dag'. De vele hondjes die zich met elkaar bemoeien, spelende
kinderen op hun fietsjes, pubers in het park er tegenover; een vrachtauto
met bouwmaterialen, die niet door de nauwe staten van het stadje past,
wordt op een heel handige manier door een jonge 'vent' gelost; boeren op
traktoren komen van het land; alles komt via het pleintje het stadje binnen.
Het plaatsje voelt vriendelijk.
Info:
Hoe wij ons redden op wegen zonder vluchtstrook en bijna geen gelegenheid
tot uitwijken:
Wij hebben een spiegeltje aan het stuur (gekocht bij Bever), zodat we bedacht
zijn op het verkeer dat ons van achteren nadert (en wij elkaar in de gaten
kunnen houden).
Als we verkeer van achteren in de verte zien naderen, en er zijn ook tegenliggers,
dan kunnen we op tijd naar een mogelijke uitwijkplaats zoeken. Is d ie
er niet, dan weten we in ieder geval, wat voor soort 'monster' er ons van achteren
nadert.
Trouwens onze ervaring is, dat Spanjaarden over het algemeen goed rekening
houden met de fietser. Je hebt als een van de deelnemers van het verkeer natuurlijk
je rechten, maar je moet je er van bewust zijn, dat je 'convoi exceptionel'
- 'een vreemde eend' op de weg bent. Spanjaarden zijn fietsers in het verkeer
niet gewend. En de dankbaarheid die wordt getoond door middel van een toetertje
of een zwaaiende arm uit het raam, als je even van de weg af gaat in lastige
situaties, maakt je dag alleen maar prettiger.
|