Over de ventweg fietst het toch wat prettiger dan over de vluchtstrook van
de autostrada naast ons. In Miajadas kunnen we wel brood kopen, maar geen beleg.
Dat wordt vandaag de hele dag chocopasta. Al direct buiten Miajadas worden we
een boerenweggetje opgestuurd en fietsen we door indrukwekkend dor verlaten
landschap met hier en daar een kurkeik en een boerderij. Opvallend zijn de grote
aantal stenen; morenen,
die in de landerijen liggen. De omheiningen rond de landerijen bestaan uit los
op elkaar gestapelde stenen. Honderden mussen zitten in de bomen te kwetteren.
De dorre heuvelige landerijen zijn gestoffeerd met prachtige koeien. Ze lijken
op kleur bij elkaar gezet. Dan weer zien we een stapel goudbruine, dan weer,
grijs, wit en natuurlijk ook rood- en zwartbont, maar niet te vergelijken met
de Hollandse sappige koeien die in Nederland staan. Vooral de zwarte toro’s
vond ik schitterend om te zien.
Bij een Y-kruising gaat het fout. Bert schrijft rechtdoor. Wij denken dat de
rechterpoot van de Y rechtdoor is, Bert bedoelde de linkerpoot blijkt nadat
we inmiddels zo’n 7 kilometer voor de wind de verkeerde kant op gefietst
zijn en op de snelweg naar Miajadas uitkwamen. Dat leek ons niet goed. Een engels
sprekende Spaanse jongeling wijst ons de weg. Dus tegen de wind in terug naar
de andere poot van de Y. We vragen ons af hoeveel voor ons en na ons deze verkeerde
poot genomen hebben. Vrienden van ons wel, horen we achteraf. Aan het eind van
de goede weg krijgen we een erg smerige klim. We komen in één
keer boven. Daarna krijgen we een stuk vlak over een mooie asfaltweg. We trappen
behoorlijk door, want we willen voor twee uur (sluitingstijd) naar de supermarkt.
We nemen niet de tijd om te eten en op mueslirepen lukt het ons om tien voor
twee bij een supermarkt aan te komen, die de hele dag, tot 21.00 uur open blijkt
te zijn.
We blijven ons haasten want we willen snel een hostal zien te vinden. In het
weekend willen nog wel eens Madrilenen bezit nemen van de slaapgelegenheden.
We hoeven niet zo lang te zoeken. De fietsen moeten we meenemen naar de kamer.
Dat betekent dat Henk beide fietsen de trap op moet zeulen naar de 1e etage.
We moeten de kamer iets anders inrichten om de
fietsen kwijt te kunnen. We zijn nog niet binnen of het begint heel hard
te regenen. En daarna duurt het niet lang of de airco gaat
lekken. Henk haalt de receptie erbij. Als hij arriveert komt er inmiddels geen
druppel meer uit, maar zodra hij weer vertrek is het niets anders dan plets,
spat, plok-plok. We zetten er lege pakken pechesap onder en gaan het stadje
in, want het is inmiddels droog en lekker opgefrist.
Wat een indrukwekkend mooi historisch stadje. Een prachtig Plaza Mayor met
mooie bogengalerijen. Aan het plein liggen een paar paleizen.
Teveel bezienswaardigheden om hier te beschrijven. We dwalen door de nauwe straatjes,
bezoeken kerken en de stadsmuur. Er is teveel om in een middag te bekijken.
We eindigen op een terras, gaan dan terug naar het hotel om de pijpen aan de
broek te ritsen en strijken daarna neer onder een arcade op het meest simpele
terras op de Plaza, bij Mesón La Troya op aanraden van Rik Zaal in het
boek “Spanje, een reisgids”. We nemen een aperitief, een Poncho
Cabellero, dat met veel zwier wordt ingeschonken. Vervolgens vragen we of we
iets op het terras kunnen eten. Nee, maar wel binnen. Wij worden door de bar
heen naar achteren geloodst, waar een ontzettend
gezellig aangeklede eetzaal is met als wandversiering allerlei stenen borden
uit alle windstreken. Volgens mij hing er ook delfts blauw. Voor dat we iets
besteld hebben, wordt er een tortilla de patatas op onze tafel neergezet plus
een fles wijn, water en bronwater. Daarna wordt de bestelling opgenomen. Het
wordt Gaspacho, iets van het huis - ik denk lam, en daarna flan. Heerlijk. We
willen graag koffie na. Dat kan, maar dan moeten we in de bar zijn. Ook daar
is het erg gezellig, zodat we er nog maar een versterkertje naast zetten. Op
het plein is het inmiddels gezellig druk. De Spanjaarden flaneren en de kinderen
spelen op het fraai verlichte plein. Moeilijk om afscheid te nemen. Maar morgen
wacht ons weer een nieuwe belevenis.